In orthodox-christelijke hoek klinkt met enige regelmaat slecht onderbouwde kritiek op ‘het postmodernisme’, zie bijvoorbeeld hier, hier en hier. De huiver voor het postmodernisme is blijkbaar groot. Tegelijk is er de hoop dat het einde van het postmodernisme nabij is zodat we, zo lijkt het, op oude voet verder kunnen. Daarbij wordt zelden overwogen dat het postmodernisme wellicht op bepaalde punten gelijk zou kunnen hebben en dat confrontatie tussen christendom en postmodernisme zou kunnen wijzen op moderne krachten in het christendom. Krachten die dus veel meer modern dan christelijk van aard zijn. Het kan ook anders. Er zijn ook orthodox-christelijke bewegingen die terdege kennis nemen van het postmodernisme om er vervolgens diepgaand op te reageren. Een zo’n beweging wordt aangeduid met radical orthodoxy. Een groep Britse theologen (vooral Milbank, Ward en Pickstock begon in de jaren ’90 aan die reflectie op het postmoderne denken. Deze post zet het project van radical orthodoxy uiteen. Ik baseer me hierin vooral op Smiths introductie van radical orthodoxy (IRO). Een volgende post zal radical orthodoxy vergelijken met een aantal andere theologische stromingen.
Wat is radical orthodoxy?
Hoewel het einde van het modernisme al meerdere keren is aangekondigd lijkt het modernisme nog springlevend. Dit uit zich vooral in de hang naar vermeend neutraal secularisme in de publieke ruimte, om boven ‘religieuze vooroordelen’ uit te stijgen. In Europa heeft dit geleid tot een vlucht in niet-dogmatische (vaak niet orthodoxe) religie. In de Verenigde Staten in de groei van the religious right die de publieke sfeer juist wil bepalen met een vermeend christelijke moraal (een Constantijns project noemt radical orthodoxy dit: net als onder keizer Constantijn de wereldlijke macht voor het christendom grijpen).
De kern van moderniteit is een “prejudice against prejudice” (IRO, 32) en religieuze vooroordelen worden als de ergste vooroordelen gezien. Postmodernisme wordt door radical orthodoxy niet gezien als harde breuk met het modernisme: het is niets anders dan hypermodernisme, waar de wil van het individu om te doen en laten wat hij wil heilig is. Toch loopt het moderne verlichtingsproject tegen problemen aan. Er worden steeds meer vragen gesteld over ‘het vooroordeel over het vooroordeel’. Ook het begrip ‘seculier’ wordt steeds meer ontmanteld. Dus als we het per se over postmodernisme willen hebben, zullen we het ook over postseculariteit moeten hebben. En in zoverre het modernisme nu onder kritiek ligt, zover ligt ook de theologie die zich aan het moderne project heeft gelieerd onder kritiek.
De kern van wat radical orthodoxy wil geeft Smith als volgt weer: “The result is – or should be – a new space for confessional proclamation in the so-called ‘public’ or political sphere, but at the same time a public theology that eschews the Constantinian project.” (IRO, 33) Als een van de startpunten van radical orthodoxy wordt de publicatie van Milbanks Theology and social theory in 1990 gezien. Het boek heeft een behoorlijke impact omdat Milbank erin betoogt dat er ooit niet zoiets als ‘seculier’ bestond en dat seculariteit een uitvinding is van het modernisme. Een uitvinding waar we weer afscheid van zouden moeten nemen. Met ‘seculier’ wordt hier ruwweg bedoeld dat in de publieke ruimte niet meer naar het transcendente wordt verwezen. Dat gebeurt privé nog wel, maar publiek niet meer. Vaak wordt gesuggereerd dat door de opkomst van natuurwetenschap we de bijgelovigheid van de middeleeuwen achter ons konden laten en de stap voorwaarts naar de neutrale rede konden zetten. Secularisering wordt dan gezien als een onontkoombaar gevolg van vooruitgang.
Milbank betoogt iets heel anders. Het seculiere is niet neutraal, het is een eigen ideologie die zich uitspreekt over allerlei theologische zaken (zoals daar bijvoorbeeld zijn: transcendentie, doel en oorsprong). Secularisme is theologie en, in Milbanks ogen, ze is slechte theologie. Ter vervanging van de middeleeuwse consensus waarin het overkoepelende verhaal over de werkelijkheid het verhaal van het christendom was is er nu een vervanging gekomen, een ander overkoepelend verhaal: macht. Natuur en samenleving zijn bij Nietzsche, Marx, het kapitalisme, Darwin en Newton in een voortdurende strijd verwikkeld. Dit heeft gevolgen voor je basisidee van de samenleving. Bij het christendom is dat een idee van vrede en harmonie want zo was de schepping en zo werkt de triniteit. In het seculiere is het een idee van strijd (Hobbes: war against all) die beteugeld moet worden middels bijvoorbeeld een sociaal contract. Alle moderne ideologieën proberen de verschillen die er zijn plat te slaan door ze tot één monistisch iets te reduceren, dit in tegenstelling tot de christelijke traditie die stelt dat de werkelijkheid, net als de triniteit, één is in verscheidenheid. Die eenheid is een harmonische relatie tussen verschillende zaken. Dat de werkelijkheid in principe goed en harmonieus is komt doordat God ex nihilo heeft geschapen. Daaruit volgt dan weer de doctrine van het kwaad als ‘het ontbreken van het goede’. Het kwaad is dus geen zelfstandig iets. In de moderne tijd suggereert radical orthodoxy, wordt het kwaad vaak wel als een zelfstandig iets voorgesteld. Daarin lijkt de moderne tijd op Manicheïsme en gnostiek. De verschuiving in denken over het kwaad ligt volgens radical orthodoxy aan een verschuiving in denken over God. Deze verschuiving heeft plaatsgevonden aan het eind van de middeleeuwen met het nominalisme. Twee zeer belangrijke begrippen voor de theorievorming van radical orthodoxy zijn hier analogie en participatie.
Deze begrippen volgen uit de beantwoording van een belangrijke theologische vraag: hoe kunnen we als eindig mens over de oneindige God spreken? Thomas van Aquino zegt daar een en ander over. Zijn startpunt: onze taal is gebaseerd op de schepping. Dat is geen probleem want – Thomas neemt hier een neoplatoonse theorie over – gevolgen lijken op hun oorzaak. De schepping is gevolg van Gods scheppende daad, zodoende kunnen we met taal afgeleid van de schepping iets over God zeggen. Bijzonder aan het spreken over God is volgens Thomas dat we dat noch dubbelzinnig, noch ondubbelzinnig doen. Als we over God spreken doen we dat via de middenweg van de analogie. We noemen bijvoorbeeld een stuk fruit gezond, dit doen we – meestal – niet omdat het stuk fruit niet ziek is, maar om aan te geven dat het gezond is voor ons om fruit te eten. Daarom is fruit gezond; het stuk fruit maakt ons gezond. Als we dit betrekken op het woord ‘goed’ dan is de betekenis van dat woord, volgens Thomas, altijd gerelateerd aan de goede God. Maar Thomas gaat verder: ons eigen bestaan is ook altijd gerelateerd aan het bestaan van God (dit is Thomas’ beroemde leer van de analogia entis. Ons goed-zijn en ons bestaan laten iets zien van het bestaan van God en van Zijn goedheid. Nu zou je uit deze voorstelling kunnen concluderen dat de aanhangers van radical orthodoxy (zij volgen immers Thomas) in pantheïstisch vaarwater terecht komen. Als alle bestaan er alleen is in afgeleide zin van Gods bestaan, is dan niet de hele werkelijkheid in feite Gods lichaam? Radical orthodoxy probeert hieraan te ontkomen door de Platoonse leer van ‘participatie’ van stal te halen. Ja, we bestaan dankzij God en nee, we zijn daardoor niet een deel van God. God schenkt ons ons eigen bestaan in de schepping, desalniettemin bestaan we alleen maar doordat God ons bestaan heeft gegeven. De schepping heeft zo dus geen autonoom bestaan. Radical orthodoxy en Thomas verschillen van Plato in die zin dat ze ons participerend bestaan een genadegave van God noemen. En ons bestaan is een voortdurende gave van God, elk moment van ons bestaan. De gevolgen zijn voor onze moderne oren immens: er bestaat geen gebied in de werkelijkheid, dat niet is gerelateerd aan God en theologie. Want als dat wel zo zou zijn, zou er naast God nog iets bestaan en bestaan is nu eenmaal afhankelijk van God. De suggestie dat er gebieden in de werkelijkheid zijn die zich onttrekken van God of theologie noemt radical orthodoxy de ‘uitvinding van het seculiere’.
Er is dus een duidelijk verschil in werkelijkheidsopvatting tussen de 13e eeuw en nu. Hoe is die verschuiving gekomen? De hoofdoorzaak ziet radical orthodoxy in Duns Scotus die afscheid neemt van Thomas’ zijnsleer (‘zijn’ in eigenlijke zin geldt bij Thomas alleen voor God). Duns ziet ‘zijn’ als iets dat op dezelfde manier voor God als voor de geschapen werkelijkheid geldt. Het ‘zijn’ van God en van de schepping is dus hetzelfde ‘zijn’ maar de afstand tussen deze beide zijnden is oneindig groot: God blijft God en de schepping is niet God. Dit is de interpretatie van Duns door radical orthodoxy. Doordat God zo oneindig ver weg is, wordt Hij in feite steeds meer ‘tussen haakjes’ gezet. En dat is precies een kenmerk van de moderniteit. Door Gods ver-weg-zijn ontstaat er een autonome sfeer die los staat van God: de uitvinding van het seculiere. Voor de eigenschappen van God geldt in deze Duns interpretatie hetzelfde: Gods goedheid bijvoorbeeld is niet anders dan de onze, alleen is die bij Hem oneindig en bij ons niet. Dit is volgens radical orthodoxy het godsbeeld van de moderne tijd. Mensen die niet in God geloven geloven vaak niet in deze God, terwijl ze van de pre-moderne God nog nooit hebben gehoord. Een ander punt waarop Duns breekt met de eerdere filosofische traditie gaat over wat kennis is. In de Platoonse opvatting is het hebben van kennis van een boom het hebben van het Idee ‘boom’ in je geest. Duns ziet dat anders: het hebben van kennis van een boom is het hebben van een representatie van die boom in je geest. Deze andere opvatting over kennis leidt tot de mogelijkheid van veel groter wantrouwen ten opzichte van je kennis. Je kennis is immers slechts een representatie van de werkelijkheid. Een gevolg van deze visie is het ontstaan van het moderne filosofische gebied bij uitstek, de epistemologie. Dit gebied probeert te de vraag te beantwoorden hoe we kunnen weten wat we weten. We zien hier, in de interpretatie van radical orthodoxy, bij Duns dus al de moderne constellatie waarin we niet meer weten wat de dingen op zichzelf zijn, maar alleen de representaties van die dingen nog maar kunnen kennen.
Een volgende post zal het project van radical orthodoxy vergelijken met de projecten van Tillich, Barth, Hauerwas en onze eigen Abraham Kuyper.
Heel leuk om dit te lezen. Wel denk ik het volgende. De RO theologen kunnen om het hardst roepen dat seculariteit een inventie is van het modernisme, maar ze kunnen daarmee niet voorkomen dat de christelijke God van het platonisch christendom net zo goed een inventie van de middeleeuwen was. Bovendien, probeer die seculariteit nu maar eens te “ontvinden”. Dat lukt natuurlijk voor geen ene meter. En zelfs als zou het ons lukken (wat je volgens mij niet moet willen) dan nog zouden we de rest van onze Westerse makkers niet mee krijgen. It’s a dead-end.
LikeLike
He Josh, ik zie nu je reactie pas. Ik deel je analyse. Mijn interesse in RO is ook niet zozeer door hun oplossingen, maar in hun analyse van pomo en hun creatieve gebruik daarvan. En ook daar verschil ik heus weer op veel punten met hen van mening, maar het ís in elk geval serieuze omgang met pomo en dat vind ik wel stimulerend. Belangrijk vind ik dat er weer gedacht wordt los van vermeende neutraliteit. Dat vind ik een mooi startpunt waarmee je ook meteen interessante dingen kan gaan doen ipv allerlei prolegomena te gaan optuigen die meer preken voor eigen parochie lijken.
LikeGeliked door 1 persoon
Ja, was er nou weer over “postmodernisme” op Geloof en Wetenschap staat kan ik iig niks mee. So out of touch with reality.
LikeLike
Emanuel heeft geen idee van postmodernisme en slaat de plank daar gewoon weer gruwelijk mis. Die begint een beetje de ‘van de Beek’ onder de filosofen te worden. Soms best interessant maar toch ook veel sweeping statements zonder onderbouwing. Hij is op twitter ook behoorlijk aangevallen om dit stuk (publiceerde hij ook al bij TPO), maar hij trekt zich er niets van aan blijkbaar. Ik zou het als redactie ook niet geplaatst hebben tbh.
LikeLike
Eva v Urk blijft maar braaf alles posten. Ik dacht dat jij redactie was
LikeLike
Ik ben maar een eenvoudige facebook moderator. Hoewel de groep aardig dood lijkt te zijn. Verder vind ik geloof/wetenschap een prima aambeeld waar óók op gehamerd moet worden, maar het is niet echt mijn metier. Mij veel te modernistisch.
LikeLike
Van harte mee eens.
LikeLike